Schrijven is schrappen: deze woorden kun je beter weglaten uit je tekst. Want: ouderwets, spreektaal, niet mooi.

  1. Immers. Heb je dit ooit iemand horen zeggen? Je oma misschien? Hoe dan ook: vrij ouderwets.
  2. Echter: zelfde verhaal.
  3. Dient. Stel: je wil je kind vragen even de melk aan te geven. Zeg je dan: ‘Je dient nu de melk aan te geven?’ De kans is heel klein. En ook tegen je buurvrouw zeg je niet: ‘Je dient nu de hondenpoep voor mijn deur op te ruimen.’ Het is formeel, we zeggen het niet, het klinkt niet vriendelijk: schrappen dus!
  4. En toen… en toen… en toen…. Alleen gebruiken als je je tekst dodelijk saai wilt maken (wil je niet, toch?)
  5. Zullen: We zullen morgen een gesprek met je aangaan. Schrijf: we gaan morgen een gesprek met je aan. En nog beter: morgen spreken we elkaar. (Dit geldt ook voor de woorden moeten/worden).
  6. Stopwoordjes: dus? Nu? Ook? En? Maar? Iedereen heeft wel een stopwoordje. En je schrijf-stopwoordje kan wel eens een heel ander stopwoordje zijn dan je spreek-stopwoordje. Vind je stopwoordje, schrap je stopwoordje en verbeter je tekst!

Een tekst schrijven is leuk en ‘m daarna nóg beter maken, is nog leuker. Dus neem even de tijd om je tekst nog eens goed door te lezen en om in plaats van te schrijven óók te schrappen.

Tip: Kom je er even niet uit? Check Taaladvies.

Schrijf en schrap ze!

Pin It on Pinterest

Share This