Bij TextVast houden we van taal. Juist daarom klinkt dit misschien gek: schrijfregels die je aan je laars mag lappen. En toch vindt Eveline dat die er zijn. Zij kan het weten: tijdens haar studie tot docent Nederlands zag ze in studieboeken schrijfregels staan die ze nu bij TextVast niet (meer) gebruikt. Ze somt er vijf op!

1. Begin een zin nooit met ‘of’, ‘en’ of ‘maar’

‘Of met ‘omdat’ of ‘want’ (see what I did there?). Op school leren we dat deze voegwoorden gebruikt worden om zinnen aan elkaar te plakken. Je begint je zin er dus nooit mee. In de praktijk ligt dat wat genuanceerder. Gebruik je bijvoorbeeld ‘en’ aan het begin van je zin, dan leg je er wat meer de nadruk op.

Praktijkvoorbeeld: ‘Ze investeren in de toekomst van medewerkers. En dat is met de huidige personeelskrapte een slimme zet.’

Denk de punt maar eens weg. Dat leest anders, toch? De punt zorgt voor een rustpauze. Daardoor ligt de nadruk meer op de laatste zin.
Nog een reden om een zin wél met ‘en’ of een ander voegwoord te beginnen, is dat het de leesbaarheid verbetert. Een lange zin wordt dan opgesplitst. Dat leest prettiger.’

2. Maak je intro nooit langer dan 50 woorden

‘Ook ik ben voorstander van een korte intro (of: inleiding). Dat verlaagt namelijk de drempel voor de lezer om aan het verhaal te beginnen. Maar toch kun je dit niet zo zwart-wit zien. Ten eerste: ik zou het dan in dit artikel al fout hebben gedaan (zeven woorden te veel, ai), omdat de scheidingslijn zo strak is. Ten tweede: het heeft alles met je doelgroep en de artikelvorm te maken. Lezers met een hoog taalniveau die een adviesrapport lezen, kijken niet raar op van een wat langere intro. Terwijl in webteksten juist vaak voor een korte inleiding wordt gekozen.’

3. Gebruik nooit een komma voor ‘en’

‘Nog zo’n ‘oude’ taalregel: plaats nooit een komma voor het woord ‘en’. In sommige gevallen mag je dit taaladvies best negeren. Kijk maar:

Praktijkvoorbeeld: ‘Die ene student was vaker aanwezig dan de ander, en de derde kwam helemaal niet.’

In deze zin is een pauze hoorbaar voor ‘en’. Door er een komma te plaatsen, begrijpt je brein dat daar een rustpauze hoort en snap je de tekst beter.’

4. Gebruik dubbele aanhalingstekens bij citaten

‘Tegenwoordig mag je ook voor quotes en citaten enkele aanhalingstekens (‘) gebruiken. Sterker nog: dat doen wij eigenlijk standaard in plaats van dubbele aanhalingstekens (“). Allebei goed, dus!’

5. Start met de titel

‘Wanneer je een artikel schrijft, bedenk dan eerst een titel. Die tip las ik regelmatig terug in lesboeken voor leerlingen. Voor sommigen werkt het, maar voor mij geldt: in negentig procent van de gevallen bedenk ik de titel pas aan het eind. Vaak kun je uit je verhaal een leuk citaat gebruiken. Dat gaat natuurlijk pas als het artikel af is. Maar ook al gebruik je geen citaat: inspiratie voor een titel komt vaak sneller als het artikel af is, dan vooraf. Staar je dus niet blind op die titel. Die komt vanzelf!’

 

 

 

 

 

Pin It on Pinterest

Share This